Jan Hendrik Swildens (1745 - 1809)
Wat zou de Verbetering der Wetenschappen baten onder een Volk;
indien het Volk zelf daar door niet verbeterd wierdet.
J.N. Swildens,
Rechtsgel.
Jan Hendrik Swildens werd op 10 maart 1745 te Voerendaal geboren en in het naburige Heerlen gedoopt. Zijn vader, Cornelis Swildens, was daar schoolmeester, notaris en secretaris, zodat hij naar de dorpsgebruiken uit die tijd, de geboorteakte daar opmaakte. Zijn moeder was Sybilla Stas. Hij ging naar de lagere school te Heerlen en bezocht het Gymnasium te Maastricht In 1764 ging hij te Groningen geschiedenis, rechten, theologie en wijsbegeerte studeren. In 1773 reisde hij naar Rusland waar hij zich voornamelijk in Sint Petersburg ophield, en onder andere bezighield met de hervormingsplannen van Catharina II. Waarschijnlijk hoopte hij op een baan aldaar maar dit lukte niet. Hij keerde in 1779 terug naar Amsterdam zonder openbare betrekking. Hij sloot zich aan bij de patriotten. Hij werd een leidende figuur van de ‘Vaderlandse Sociëteit’ en de ‘huispublicist’ van de patriottische regenten, de zgn. ‘Kezen-regenten’, die hem echter in 1787 lieten vallen.
Zijn driejarig verblijf in Rusland is van grote invloed op zijn verdere ontwikkeling geweest. Op zijn reis kwam hij tot het inzicht, dat vóór alles nodig was volksopvoeding door onderwijs.
In 1781 verscheen zijn belangrijkste boek 'Vaderlandsch A-B boek voor de Nederlandsche jeugd'. Het is zonder twijfel een klein monument van onze achttiende-eeuwse Verlichtingspedagogiek.
Bekijk een aantal pagina's uit het boek > hier
Behalve het schoolwezen trachtte hij ook het volksgezang, de volksweerbaarheid, de hele volksgeest te verbeteren.
Ook bemoeide hij zich met de staatkundige en maatschappelijke aangelegenheden van zijn tijd, waarover hij meerdere keren het Staatsbewind adviseerde, ook raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck en koning Lodewijk Napoleon. In de Schoolwet van 1801, verbeterd in 1806 vinden we veel van Swildens’ denkbeelden terug.
Na acht magere jaren doorgeworsteld te hebben, en nadat in 1795 de Bataafse Republiek was uitgeroepen, werd hij beloond voor zijn inzet voor de beweging. In juni 1796 werd hij aangesteld als hoogleraar natuur-, staats- en volkenrecht aan de Hogeschool te Franeker. Op 9 september 1796 trad hij in het huwelijk met Maria Moorkramer. Zij zou overlijden in 1804. Gedurende zijn hoogleraarschap te Franeker verbleef hij echter regelmatig in Amsterdam waar hij zich bemoeide met de staatkundige en maatschappelijke aangelegenheden van zijn tijd, waarover hij meerdere keren het Staatsbewind adviseerde, ook raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck en koning Lodewijk Napoleon. In de Schoolwet van 1801, verbeterd in 1806 vinden we veel van Swildens’ denkbeelden terug. Op 12 september 1809 overleed hij te Amsterdam.
terug «
|