Acht schildergedichten

Manuel Kneepkens - Noordermaasberichten
Nummer 18 - 24 februari 2013

 


 

Acht schildergedichten

 

Museum Boymans-van Beuningen, Zaal 21

Veel natuur uit Over-
grootvaders tijd.Een waterval.
Serene appelbomen

Alleen de advocaat links
van de hand van Honorè le Daumier
valt uit de toon

Hij pleit voor zijn cliënt een Gerechtelijk
Pardon
in naam van de Gekruisigde.

Godszoon
intussen blijkt gehangen
boven 't brandblusapparaat

naast Jongkinds
maan
die opkomt, alsmaar, boven Overschie

Die pracht blijft onuitblusbaar.

 

Rothko - Grey, Orange on Maroon 60/8

De schilder zit vast in zijn schilderij
- ik loop bij hem binnen -
te veel oranje, zegt hij
te veel sinaasappel! Was ik maar een dichter!

Wat een impasse! Ik ga terug naar mijn Stilte
- het Museum waarvan ik hoofdconservator ben -
Hoe kan ik, mijn vriend de schilder helpen?

Ik dicht een regel over sinaasappelsap
en nog een
over het gebruik van ORANGE in Vietnam

Het is Jaren Zestig
tenslotte
is het gedicht klaar

Haast ik mij
over 42th Street
terug
naar het atelier van Mark Rothko

Heeft hij inmiddels het absolute benaderd
met één enkel laagje
Grijs

De kleur van rottende haring
zegt hij , dat past bij al dat Oranje!

Heeft hij het doek aan The Dutch verkocht
aan het Boymans
in Rotterdam

En het Maroon dan, zeg ik, en het Maroon dan!

Zelfmoord is nu onvermijdelijk

De schilder slaat de hand
aan zijn penseel

 

(Vrij naar Frank O' Hara, 'Waarom ik geen schilder ben')

 

Moesman

Utrecht, een paarlemoeren droom
waarin ik illegaal
urenlang rondfiets

langs de Domtoren
& het urinoir
van Pyke Koch

‘s Nachts schrijf ik je
vanuit mijn onderduik-
adres, een dak-
kapel
vlak onder de Melkweg ( Maliebaan 38 ? ):

Onder je soepele banden, Gazelle-achtige
splintert mijn hart
als een Ethiopië van kristal!

Antwoord, Circe, op Volksbondpapier!

Rij niet langer naakt rond
op een (gestolen)
Fongers

Geef mevrouw Moesman
haar fiets
terug!

En
meneer Moesman
haar viool

 

De Chirico

O, De Chirico! De Chirico!

De mediterrane leegte van je pleinen
vol schaduwen
dreiging
want ze komen ….ze komen …hoor ze marcheren
zingend
la Giovannezza

Allemaal ledenpoppen
net een mechaniek van doodslag
in hun stem

Duce! Duce!

Het lijkt wel de schroeiwind sirocco,
die de plaatselijke piazza’s kleurt
met een kolossale verfborstel
pure hitte

als de hete, laatste adem
van een schilder-zonder-gezicht

 

Rousseau le Douanier - in het Regenwoud

’s Nachts hebben hier de mango’s
een vorm zonder herinnering

Gibbons & makaken trekken zich terug
onder het donzen dek van het gebladerte

De schilder bidt tot de mandril

Zie, eindelijk verschijnt hem ’n beige
naakt op een divan

In een langgerekt schreeuw rood als de avondzon
profeteert zij:

“Nu kome het koninkrijk van de somnambulisten! “

En het komt…

Aan de oevers van de Somme & de Marne
blauw van ontbinding…

O, Mamma van Freud!

 

Vincent van Gogh

Hij schilderde de raven boven het koren
zo zwart
als het koren onheilspellend geel

dat je die krengen als het ware “Corax! Corax!”
in de dikte van de verf kon horen krassen
Maar dat was hem onvoldoende eenzaam

Toen schilderde hij een bed zo vol leegte
dat niemand daarin liggen wou
Zelfs hijzelf niet

Ook dat bleek nog onvoldoende suïcidaal…

Toen, in zijn wanhoop, sneed hij zich een oor af

Alweer
het hielp niet

Vervolgens schoot hij zich met een revolver
door de borst…

Dodelijk!

Nu moest het toch eindelijk…

Maar nee…

Niets helpt tegen de Onsterfelijkheid!

 

De rozenschilder

De rozen zelf, de rode, de witte, de goudgele
dat is makkelijk…
zo spreekt de rozenschilder:

Niets dan de neerslag van vroegrijpe
licht geparfumeerde gedachten
op late zomeravonden…

(“Zalig de zachtmoedigen…”)

maar o, o, de rozenblaadjes!

dat introverte mollige
als van de handen van poëten
à la Paul Eluard

“die slechts de pen hebben gekend…”

Om maar te zwijgen van de doornen
liefst verdonkeremaan ik ze

Ah, rozen schilderen…het is
zoals een luchthartiger iemand dan ik
ooit, in een lichtvoetiger tijdvak
dan het onze

aan zijn Geliefde schreef
Hovelinge
aan het Hof van Versailles
:
Lief, dwaas pruikenkopje
onder je hoepelrok à la Watteau
kreukelroze

welke lentefaun
bepoedert hedennamiddag
je (verboden) lila doornenkroontje

met Zonnekoningzaad? Weet

L’Ėté, c’est Moi!

 

Vermeer

Wat is er mooier dan ‘het Meisje met de Parel’?

Het Melkmeisje
dat haar melk niet voor zich houdt
maar haar borsten deelt, glimlachend
met de schilder
die ze goddelijk toevertrouwt
aan het wit van zijn canvas?

Welnee!

Michelangelo, achterop de fiets bij God
wanneer die plots het diepblauw plafond
van de Sixtijnse kapel verlaat
en het Heelal in sprint
- Hop! Hop!- de Melkweg op?

Mis!

Rembrandt, die de Kuise Susanna bewondert
en tot de ouderlingen achter de struiken
sist : En nou opgedonderd!
Weg van de punt van mijn penseel!”

Mis!

Het mooiste schilderij ter wereld is

De Bambi
van
van Vermeer

Helaas is dat bedrog !

 

Manuel Kneepkens

 

terug «

 


 

Noordermaasberichten

Van tijd tot tijd stuurt Manuel Kneepkens (Heerlen, 1942) ons een bericht vanuit zijn woonplaats Rotterdam

lees alle berichten hier »