Gelijke monniken

 

Manuel Kneepkens - Noordermaasberichten
Nummer 175 - 8 maart 2020

 


 

 

Gelijke monniken - Leeuwarder courant , 9 September 1976

 

 

Het ligt voor de hand, dat het besluit van de regering om geen strafvervolging en ook geen onderzoek tegen prins Bernhard in te stellen, reacties opwekt. Er zijn meteen mensen geweest die zeiden: waarom doen ze met de prins niet wat ze met anderen doen? (toenmalig staatssecretaris Marcel van Dam bv. was daar voorstander van, Joop Den Uyl wist hem om te praten. M.K.)

Een andere en betere reactie komt van de Coornhertliga. Dat is een vereniging voor hervorming van het Nederlandse strafrecht.

Die vereniging draait de vraag precies om. Ze vragen: waarom doen ze met andere mensen niet, wat ze nu met de prins doen? En dat is een boeiende en klemmende vraag.

Een van de grondbeginselen van het Nederlandse recht is: alle burgers zijn voor de wet gelijk. Dat houdt in: alle burgers moeten ook gelijk behandeld worden. Dus prins Bernhard moet net zo behandeld worden als anderen in zijn geval zou overkomen. Maar het omgekeerde kan net zo goed. Anderen dan prins Bernhard moeten precies zo behandeld worden als hij. Allemaal op grond van het beginsel der rechtsgelijkheid.

Wel, als men deze redenering toepast op wat er is gebeurd, dan wordt het aardig vast te stellen, wat er voortaan met anderen moet gebeuren. Dat doet de Coornhertliga. Zij zegt: prins Bernhard niet vervolgen, dan ook anderen niet vervolgen.

De Coornhert-liga geeft een aantal voorbeelden van ‘wisselvallig beleid‘. Die voorbeelden zijn stuk voor stuk opvallend genoeg. Maar opvallender is toch de gedachte, dat er in dit geval is afgeweken van een rechtsbeginsel, dat de zekerheid van het bestaan in belangrijke mate dient. Dat moet natuurlijk niet en het was ook zeker niet de bedoeling van de regering.

De gedachte ligt zo voor de hand, dat niemand er eerder opgekomen is. Dat is alleen maar te verklaren uit de schrik, die algemeen door deze droeve gebeurtenis is ontstaan.

Nu er besluiten zijn genomen, die door de Tweede Kamer zijn aanvaard, is er alle reden na te gaan, wat er eigenlijk besloten is en wat dat betekent voor anderen dan prins Bernhard. Het ligt voor de hand te zeggen, dat die betekenis voor ieder in het land gelijk behoort te zijn, want iedereen telt voor het recht en wel precies evenveel.

De Coornhertliga heeft deze gedachte neergeschreven in een brief aan het kabinet en de volksvertegenwoordiging en dat is verstandig, want die zullen allereerst eens antwoord moeten geven op de vragen, die er in staan. De belangrijkste vraag is: wat doet de overheid met al die honderden andere mensen , die aan de beslissingen met betrekking tot prins Bernhard rechten zouden kunnen ontlenen? Ook niet vervolgen? De strafvervolging stop zetten? Of niet?

Het is de vraag of daarop een antwoord komt. Met woorden tenminste. Er komt zeker een antwoord op met daden en dat luidt dan ‘nee’. Het is wel zeker , dat de regering de redenering van de Coornhertliga niet zal volgen. Haar beslissing met betrekking tot prins Bernhard wordt niet de norm, waarnaar zij het verdere vervolgingsbeleid zal afmeten. Alles gaat gewoon door, zoals het ging.

Daarmee is de onjuistheid van wat de Coornhertliga voorstelt allerminst vastgesteld. De manier, waarop prins Bernhard is behandeld, is een uitzondering. Zowel mr. van Agt als drs. Den Uyl hebben uitgebreid staan uitleggen, waarom de regering die uitzondering gerechtvaardigd vond. Verreweg de belangrijkste motivering: de gevolgen van een strafvervolging voor de monarchie. En verder is er de redenering, dat de prins eigenlijk al zwaar gestraft is door de openbaarheid van het rapport-Donner.

Het laatste argument is niet zo sterk. Het geldt in elk geval voor iedereen. Altijd is er een bijkomende straf, die ligt in de publiciteit rondom het plegen van strafbare feiten en de vervolging daarvan. Dat speelt doorgaans geen rol bij de straftoemeting. Nu blijkt dus, dat deze publiciteit in dit geval wel wordt erkend als straf ! Dan moet dat ook voor anderen gelden.

De regering zou er goed aan doen de Coornhertliga een antwoord te sturen. Men mag wel als zeker aannemen, dat het kabinet zichzelf de Coornhertvraag ook heeft gesteld. Wel, wat was het antwoord?

Ten C. (Laurens ten Cate)

Op het antwoord van zowel de regering als de volksvertegenwoordiging wachten wij tot op de dag van vandaag. (M.K).

 

 

Manuel Kneepkens

 

 

terug «

 
     


 

Noordermaasberichten

Van tijd tot tijd stuurt Manuel Kneepkens (Heerlen, 1942) ons een bericht vanuit zijn woonplaats Rotterdam

lees alle berichten hier »