9 > Heerlerbaan, Imstenrade
Thuis bezaten wij een hond, de terriër Sammy. Waarmee ik lange wandelingen maakte. Vaak via Imstenrade naar Welten en terug via de Valkenburgerweg.
Heerlerbaan
Waar Dürers apocalyptische ruiters oostwaarts galopperen
waar Aken gluurt over de rand van zijn bomkraters
een marmeren zwaan
in een hemd van brandnetel
Waar Karel ende Elegast uit stelen gaan
Hoge heren, listig vermomd als Vos & Das
Silbertannemorde in het Walhalla
van kapotte kippenrennen...
Heerlerbaan
waar men het rottend herfstfruit van zijn kinderen
meegeeft met de Erlkönig
in een plastic vuilniszak
Waar op schlagermuziek van de Gebr.Grimm
Magere Heintjes voortdurend dansen moeten
op verhitte ijzeren schoentjes
O, straatweg, voortrollend in Nacht und Nebel
vol gas & tranen, glanzend
als Mercedessen
O, zware, zwarte horigheid van Heerlerbaan!
Imstenrade - achter de Vroedvrouwenschool
Winter verstijft de beemden.
Vorst pijnigt mijn lendenen
mijn huid van steen
Sneeuw dringt mijn spleten binnen
Imstenrade… Imstenrade…
Met je roeken doelloos boven ’t ploegland
Laat mij dalen
in je aardedonker
bij je dode, roze baby
Gods fossiel op Golgotha
Winter op Imstenrade
Terwijl de sneeuw maar valt en valt
dwaal ik door de velden, verloren
in het wit
De lucht is donkergrijs als puur asfalt
Het witte wit brengt mij in extase
om zijn stilte. Hoog in de bomen
dromen kraaien
Een enkele auto hoor ik in de verte
Plots zie ik aan de rand van het bos
een ree… Hoe zij voor haar jong
de sneeuw weg schraapt
op zoek naar mos
Ik durf het tweetal niet storen
zij beheersen heel de witheid van het land
Ik ben slechts figurant.
Dus keer ik op mijn weg terug
Ik voel me koortsig. Heb ik kou gevat?
Reeds nader ik de lichten van de stad
terug «
|