Marian van de Ruit (1922 - 2009)
Marian van de Ruit is al bijna 70 jaar een van de kleurrijkste vertegenwoordigsters van het 'uitverkoren volk der lesbiennes' (Leeuwarder Courant 14-10-1989)
Over waar Marian van de Ruit is geboren en haar naam zijn nogal wat misverstanden. Zo zou ze in Heerlen geboren zijn.
Ze werd echter geboren als Aafke Schuiling in Assen op 10 juli 1922, als dochter en tweede kind, van de Drentse Jan Schuiling en de Friese Trijntje Rinzema. Als ze vijf is verhuist het gezin naar Schoolplein 6 in Hoensbroek en vestigt zich in 1940 in de Anjelierstraat 68 (Vrieheide) later Molenberglaan 22 Heerlen.
Ze wordt doofstom geboren en ondergaat op haar vijfde een ooroperatie waardoor ze haar gehoor terugkrijgt. Daarna bezoekt ze de school voor doven en slechthorenden. Vader en moeder beginnen een pension.
Ze gaat in de wijk naar school, wordt door een schooljuffrouw seksueel misbruikt. Om dit voorval verlaat ze de school en bezoekt de Rooie School, de Neutrale Volksschool in de Kasteellaan in Meezenbroek.
Al jong heeft ze de familie te schande gemaakt door lesbische avonturen wat in die tijd niet geaccepteerd wordt, maar ze blijft wel uitdagen en ze is snel met haar commentaar wat haar niet geliefd maakt. Ze groeit op in een liefdeloze omgeving, wat de oorzaak wordt van haar onmacht haar emoties de baas te worden. Reden om haar naar een psychiatrische kliniek te sturen. Daar wordt ze al vlug ontslagen. Thuis loopt ze weg, waarna een kennis regelt dat ze als dienstmeisje naar Düsseldorf gaat, en intrek neemt bij een vrouwelijk arts. Met haar krijgt ze een liefdesrelatie, maar als haar geliefde sterft, vindt ze geen rust meer, woont op verschillende plaatsen en krijgt haar eerste kind. Ze bezoekt haar ouders in Heerlen en laat haar dochter daar achter.
In de Tweede Wereldoorlog verliest ze al haar bezittingen, vlucht uit de gevangenis en pleegt als handlanger sabotage en aanslagen. Ze overleeft enkele bomaanslagen als ze op weg is naar haar ouders. In een dronken bui raakt ze weer in verwachting, baart een tweede dochter met wie ze, begeleidt door het Rode Kruis, in april 1947, terug naar Nederland keert.
De volgende jaren brengt ze door in Amsterdam en Den Haag, waar ze met de 45 jaar oudere Henk van de Ruit trouwt. Haar moeder zorgt dat haar kinderen haar ontnomen worden en scheept haar op met een grote geldelijke schuld. Ze lijdt een armoedig bestaan, maar blijft haar kinderen bezoeken.
In deze tijd begint ze met het schrijven van haar levensverhaal. In 1981 verschijnt het eerste deel van haar biografie.
Boeken
Begin jaren tachtig publiceert ze een trilogie over haar (lesbische) leven. Tot verbazing van sommige recensenten wordt de serie door de Bezige Bij uitgegeven. Haar redacteur bij de De Bezige Bij was Oscar Timmers, evenals Marian afkomstig uit Heerlen.
Deel 1 - De tijd, thuis, en in Duitsland verhaalt ze in het eerste deel De Onschuld (De Bezige Bij, 1981)
Deel 2 - Het Onrecht, vertelt over de tijd in Den Haag en Amsterdam in de jaren vijftig. Ze levert een felle strijd tegen haar armoede en tegen maatschappelijke instanties. Haar moeder doet er alles aan om het leven van haar dochter onmogelijk en zwaar te maken, waardoor ze haar kinderen verliest (De Bezige Bij, 1982).
Deel 3 - De Overwinning, het laatste deel, is het verhaal over de strijd tegen de armoede en het onrecht. Uiteindelijk vertrekt ze met haar hartsvriendin naar Friesland, waar ze, al spoedig weer alleen komt te staan, na een trieste dood van haar vriendin (De Bezige Bij, 1984).
Het eerste deel krijgt veel aandacht met name omdat ze over de lesbische liefde openlijk schrijft, wat ook in die tijd nieuw en bijzonder was. Terwijl je echter zou verwachten dat in dit eerste deel iets wordt verteld over haar jeugd in Heerlen is dat niet het geval. In de vele interviews verteld ze juist wel veel over haar jeugd.
Enkele reacties
Algemeen Dagblad:
Het enige prijzenswaardige is de bondige, nuchtere, onsentimentele manier waarop Marian de Tuit dit boek heeft geschreven
Nieuwsblad van het Noorden:
Een eigenaardig boek
Volkskrant:
Verzet, bombardementen, de ene bladzij nog fantastiser dan de andere
Volkskrant:
Mager debuut
Na deze trilogie richt ze een eigen uitgeverij George Sand op. Er verschijnen twee titels:
een herdruk van haar eerste boek De Onschuld.
Lissy, haar vierde boek, uitgegeven in 1989. Het verhaal van een oude vrouw die terugkijkt op haar leven, waarin de vernietigingen die de oorlog heeft aangericht in maatschappij en gezin een hoofdrol spelen.
De laatste jaren van haar leven heeft ze veel contact met haar jongste dochter die haar liefdevol verzorgt totdat ze in een tehuis in Arnhem overlijdt op 27 oktober 2009.
Volkskrant:
'Een pot als een paard' Haar tumultueuze leven is in drie boeken opgetekend maar zou eigenlijk tien boeken vergen. Schrijfster, verzetsstrijder en icoon van de lesbische beweging Marian van de Ruit overleed 27 oktober in een verpleeghuis in Arnhem.
Zij was een stoutmoedig vechtster tegen alle vormen van onrecht en verlies. Voor de ihlia (internationaal homo/ lesbisch Informatiecentrum en archief) is zij een groot voorbeeld. Het levensverhaal is ook een belangrijk oorlogsdocument.
Een Knipseldossier bevindt zich bij ihlia.
Twee fragmenten uit haar boeken waarin Heerlen wordt genoemd
Uit De Onschuld:
Op zestienjarige leeftijd ging ik als dienstmeisje naar Duitsland. Dat was bij ons heel gewoon; ik woonde in Limburg, vlak bij de Duitse grens. Op een koude ochtend in oktober 1938 vertrok ik. Eerst met de LTM tot aan de Locht in Kerkrade, daar was de pascontrole. Even verder stond de Duitse tram, die me naar Aken bracht. Vandaar ging ik met de trein naar Neuss.
Uit Het Onrecht:
In Heerlen stapte ik uit. Wat haatte ik die stad. Ik liep de Saroleastraat in en keek rond alsof de tijd had stilgestaan. Ik raakte in paniek. Als ik maar niemand tegenkwam die me herkende. Ik stak vlug het marktplein over langs V & D en schoot daar een zijstraat in.Ik nam de tram naar de Molenberg, in die buitenwijk was zeker wel een café waar ik iets kon gebruiken zonder dat ik iemand van vroeger tegenkwam. ……… Mijn been deed pijn. Ik ontdekte dat ik in plaats van op de Molenberg al in de buitenwijk waar mijn ouders woonden was aangekomen. In een café kwam ik tot rust, ik dronk en at wat en ging naar de straat van mijn ouders. Hun huis stond in een blok van vier wat apart. Vroeger was er aan de overkant ene rozenveld, nu was het kaal.
 |
|
 |
|
|
| Advertentie Volkskrant 9-3-1990 |
|
Brief Oscar Timmers over het manuscript De onschuld |
|
|
terug «
|