Harrie Geelen-route

Aan de hand van het boek 'Het nijlpaard Ellende' is een route door Heerlen uitgestippeld. Bezocht worden de diverse plaatsen omschreven in het boek. Het zijn meestal ook plekken die een belangrijke rol hebben gespeeld in de jeugdjaren van Harrie Geelen.

Harrie Geelen

Harrie Geelen (Heerlen, 1939) is behalve schrijver en illustrator ook regisseur, tekenfilmer en componist/tekstdichter. Hij schreef onder andere de televisieprogramma's 'Oebele' en 'Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer'. De lijst van prijzen voor zijn omvangrijke werk is indrukwekkend: daaronder Griffels, Penselen en een Gouden Kalf.

Op de rug van het nijlpaard Ellende

Het nijlpaard Ellende verscheen in 2004 en is het eerste boek voor volwassenen van Harrie Geelen. Het is een droeve en komische vertelling over de onbegrijpelijkheid van het leven.
Hoofdpersoon is de dertienjarige Sep, eigenlijk Sjef, Paffen. Zijn vader Jan, door zijn kaartvrienden Johan genoemd, is vertegenwoordiger bij een bierbrouwerij. Zijn moeder Agnes wordt Janneke genoemd.
Op één van de eerste bladzijden lezen we: 'Ik ben van drie jaar voor de tweede wereldoorlog, die nu pakweg vijf jaar voorbij is en ik zit op het gym'. Het verhaal speelt zich dus af rond 1950.

Voor dit boek heeft Harrie Geelen tal van gebeurtenissen die in zijn jeugd hebben plaatsgevonden en plaatsen en personen uit zijn jeugd, gebruikt om het verhaal te maken. Het begint al met de omslag waarop een foto van zijn ouderlijk huis staat.
Harrie Geelen verklaart: 'Ik beschrijf niet de mensen, de gebeurtenissen, de gebouwen, want dat zou me remmen in mijn fantasie. Ik zou immers de werkelijkheid gaan beschrijven i.p.v. er zelf één te bedenken. Het is net als met koken: zout, peper, vlees, groenten hebben niets met elkaar te maken en bestaan alle echt. Ze maken los van elkaar deel uit van de werkelijkheid. Je kunt ze ook afzonderlijk nuttigen. Maar voeg ze in afgepaste hoeveelheden samen en je hebt een gerecht. Fictie'.

Als Sep Paffen door omstandigheden, op een dag eerder thuis komt van school, betrapt hij zijn moeder met de pianostemmer. Vanaf dat moment staat het leven van Sep op alle fronten op zijn kop. Een leraar sterft tijdens de les en blijkt een groot geheim met zich meegedragen te hebben. Sep's ene vriend lijkt op jongens te vallen, de andere is verliefd op de dochter van de pianostemmer. En Sep? Die probeert iedereen te redden. Op blz. 93 zegt Sep: 'Ik moet een heleboel mensen tegelijk beschermen'.
Als de ellende ook voor het jongetje te veel dreigt te worden, leest hij in zijn agenda: 'Op de rug van het nijlpaard Ellende zitten kleine vogels. Die pikken wat grappig is op'. Harrie Geelen hierover: 'Dat is een door mezelf bedacht aforisme en stelt simpelweg dat humor en ellende (verdriet, treurigheid) in symbiose met elkaar leven. In het diepste dal valt nog wel te lachen. Zoals parasietenetende vogeltjes in symbiose met het nijlpaard leven'.
Hoe het verhaal uiteindelijk afloopt, verklappen we niet.

 


 

De Ambachtsschool kijkt in de Ambachtsstraat
en ligt breeduit langs het Hesselleplein.
Zou er nog meer te vertellen zijn,
behalve dat het gebouw bergaf gaat?

De koepel is een kleine overdaad.
Hij lijkt het meeste op een baldakijn
Geschapen voor een sultan die op zijn
lievelingsolifant de stad doorwaadt.

Ik vind hem steeds terug na al die jaren
op elk schilderij van mij met een stad.
Hij staat voor eeuwig in mijn hart gebrand.

Dat komt ervan, van al dat lange staren
Naar verre wolken of ik weet niet wat.
Of mijn geheugen is een olifant.

Harrie Geelen

 


 

Colofon

De Harrie Geelen-route is een intiatief van de OB*H in samenwerking met de 'Vrienden van de Literatuur'.

Tekst: Hennie Jetzes
Foto's: Rijckheyt, centrum voor regionale geschiedenis en Hennie Jetzes

 


 

1 Het plafond in de hal is één grote spiegel, zodat het lijkt of de mensen voor het loket als vliegen aan het plafond kleven. (blz. 31)
Op woensdagmiddagen mocht ik naar films voor alle leeftijden. Dat was bijzonder, want Pietje Valkenburg was op zijn negende nog nooit in de bioscoop geweest. (blz. 45)

routekaart

Hollandia-theater, Saroleastraat
Deze bioscoop behoorde tot de panden die afgebroken werden ten behoeve van de doorbraak van de Promenade.

Harrie Geelen:
'Ik had al vroeg een fascinatie voor alles wat filmisch was, geprojecteerd werd, werd weerspiegeld, bewoog en toch uit stille beelden bestond. Ik had toen ik vier of vijf was een draaidoos, een zgn. zoëtrope. Een ronde draaitrommel met gleufjes waardoor je poppetjes kon zien bewegen'.


2 Snertpark (blz. 27 e.a.)
Radeloos liep ik rondjes om de fontein (blz. 18)

routekaart

Park, De Hesselleplein
Het park heeft echter nooit een fontein gehad.

Harrie Geelen:
Het park is me dierbaar. Het was een snertpark, want het werd niet echt mooi onderhouden. Maar het waren keurige grasvelden en zie lieten ons erop lopen en spelen. Gelukkig maar. Je kon je er amuseren als kind. Er stond een gezellige boom met een stam waar de bast van was verdwenen. Die boom had donkere kamers en hoge uitzichtposten.


2a Ik ging op dezelfde parkbank zitten,... (blz. 27)

routekaart

De bank van ir. Dinger, De Hesselleplein
Ir. Anton Eduard Dinger (1888-1952), werkte van 1910 tot 1952 bij de Staatsmijnen, onder andere als opzichter en later als Hoofd Bedrijfsingenieur. Hij heeft veel voor Heerlen gedaan. Op de bank staat: 'Aan ir. Dinger voorzitter der VVV'. Ook de ABP-tuin, vlakbij het De Hesselleplein, is naar hem vernoemd.

Harrie Geelen:
Ik heb veel in het park gespeeld. Ook bij de bank van Dinger, op de hoek bij de Schoolstraat.


2b De voorste wielen waren al voorbij, maar de achterste wielen reden over haar heen.
...
de Zeeuwse paarden kenden de route uit hun hoofd en sloegen even verder op links af.
...
Eigenlijk was ik de enige die van heel dichtbij gezien had wat er gebeurd was. (blz. 48 en 49)

routekaart

Straat langs het park, De Hesselleplein
Het ongeval is echt gebeurd.

Harrie Geelen:
Ik was de enige getuige van het ongeval. Alleen in werkelijkheid was het een jongen. Ik heb dit bewust in het boek aangepast.


3 ... de Hogere Huishoudschool had droeve ogen... (blz. 18)
De school ligt aan het snertpark en op het reusachtige dak, precies in het midden, is een torentje dat lijkt op het baldakijn van een olifant in India....De Hogere Huishoudschool is het mooiste gebouw dat ik ken. (blz. 67)

routekaart

Ambachtsschool, Lindeplein, later Burg. De Hesselleplein
De Huishoudschool, in het verhaal een meisjesschool, was in werkelijkheid de Ambachtsschool, een jongensschool.
In een door Harrie Geelen geschreven sonnet lezen we:
De koepel is een kleine overdaad.
Hij lijkt het meeste op een baldakijn
geschapen voor een sultan die op zijn
lievelingsolifant de stad doorwaadt.

Harrie Geelen:
Ik had een gebouw nodig waar uit veel opgeschoten meisjes op een vast tijdstip naar huis fietsten. Ik had een niet gezochte aanleiding voor een contact met meisjes nodig.


4 Onze straat is een straat van niks, maar ik vind hem de enige straat in onze stad waarin ik zou willen wonen (blz. 66)
De meisjes van de Hogere Huishoudschool veranderen een paar maal per dag mijn straat. De meisjes fietsen kwetterend de straten om het snertpark in. Ook onze straat. (blz. 67)

Routekaart

Ambachtsstraat
In de Ambachtsstraat staat het ouderlijk huis van Harrie Geelen. In het boek fietsen de meisjes, in werkelijkheid de jongens dus, door de straat. Diverse andere gebeurtenissen uit het boek vinden in deze straat plaats.


4a Ik ga de voorkamer in en doe de schuifdeuren achter me veel te hard dicht. (blz. 6)
Ik zit in mijn ondergoed bij de radio en luister naar 'Negen heit de klok' en mijn moeder strijkt. Ik vond het altijd heerlijke avonden en ik verheugde me er soms de rest van de week op. (blz.11)

routekaart

Ambachtsstaat 16
Dit is het ouderlijk huis van Harrie Geelen. Hij heeft er gewoond tot 1958. Na het behalen van het gymnasiumdiploma vertrok hij naar Amsterdam om er in eerste instantie Nederlands te gaan studeren. Het huis staat ook op de omslag van het boek.
'Negen heit de klok' was een populair radioprogramma dat door de KRO werd uitgezonden van 1949 tot 1954.

Harrie Geelen:
Ja, ik beschreef onze voor- en achterkamer. Maar de moeder is niet mijn moeder en de vader niet de mijne al gebruik ik vooral bij de vader de feitelijkheden. Maar ik typeer niet mijn eigen ouders want dat zou me zeer belemmerd hebben. Ik schreef een verhaal, niet een vertraagd dagboek.


5 ... ik vertel maar dat de Oude Linde voor het witte huisje van Rooie Trui eindelijk omgehakt is. (blz. 90)

routekaart

Huis De Linde, hoek Nobelstraat-Bekkerweg
t Roeëd Trüd, de rode Geertruid want ze had rood haar, was de bijnaam van Maria Geertruid Lempers-Jacobs (1863-1948). Zij woonde haar gehele leven in een eenvoudige woning, huis 'De Linde', met een zeer oude boom ervoor. Ze was een bekende Heerlense.
Na haar dood moest haar woning wijken voor een kantoorpand. In 1978 werd een beeld, haar voorstellend en gemaakt door Vera van Hasselt, onthuld.

Harrie Geelen:
Ja, dat was vlak bij mijn huis. Ik heb het oude mensje vaak gezien. Maar het ging niet zo als in mijn boek. En ik was er niet bij. Feiten zijn alleen leuk als je er mee mag boetseren.


6 Onze school heeft elfhonderd leerlingen. Jongens. Er is een gymnasium in het gebouw gevestigd, een HBS en een handelsdagschool. De school is van het klooster, maar de meeste leraren zijn leken. Eigenlijk zijn het klooster en de school één geheel. (blz. 101)
Het bronzen ding van pak weg 2,5 kilo kwam midden in de menigte scholieren terecht en raakte Joop Sikkema. Hij was op slag dood. (blz. 105)

routekaart

Bernardinuscollege, Akerstraat
In het boek is een belangrijke rol weggelegd voor de school. We herkennen er direct het Bernardinuscollege in, de school waarvan Harrie Geelen zelf leerling is geweest tot 1958. Tal van gebeurtenissen, feiten, personen, paters en leraren en zelfs de Teken- en Dansclub vinden we terug in het boek.
De Tekenclub o.l.v. Henk Fonville, die in het boek opgevoerd wordt als meneer De Zwitser, heeft veel voor hem betekend.
In 1955 heeft er op het Bernardinuscollege inderdaad een dodelijk ongeval plaatsgevonden met de schoolklok.


6a In het Bos achter de school staat een bank. En op die bank heeft Vliegdekje me snikkend verteld dat haar vader weg is bij haar moeder.
...
'En? Hebben jullie gezoend?', vroeg Sjier toen hij uit het gymlokaal kwam. (blz. 95)

routekaart

Aambos
Het Aambos was ten tijde van Harrie's jeugd de plek waar vaak de eerste schuchtere ontmoetingen plaatsvonden tussen jongens en meisjes.


7 Wij hebben allemaal één bloem gekregen bij het grote hek. Jimmy had zijn hond bij zich, maar het dier moest bij het hek achterblijven omdat honden niet katholiek zijn. (blz. 26)

routekaart

Begraafplaats, Akerstraat
Hier zijn de leraar die in de klas is overleden, en de jongen van het ongeluk met de schoolklok begraven.


8 Zo herinner ik me de lagere school. (blz. 44)

routekaart

Sint Jozefschool, Nobelstraat
De twee jongensscholen, te weten de Sint Jozefschool en de Aloysiusschool, lagen naast elkaar in de Nobelstraat. De meisjes gingen naar de Sint Claraschool, Bekkerweg.

Harrie Geelen:
Ik zat op de Sint Jozefschool. Maar ik meng fictie en herinnering. Ik ken wel nog alle jongens op de groepsfoto van mijn derde klas. Terwijl ik de meesten niet meer gezien heb na mijn twaalfde omdat ze niet naar VWO doorgingen.


9 'En mijn man ook'. zei de mevrouw die de Leeszaal leidt waar ik nog vaak detectives voor mijn vader haal. (blz. 11)

routekaart

Openbare Bibliotheek, Tempslein
De bibliotheek lag ten tijde van Harrie's jeugd aan het Tempsplein.

Harrie Geelen:
Ik beschrijf niet de mensen, die er toen werkten, want dat zou me remmen in mijn fantasie. Ik zou immers de werkelijkheid gaan beschrijven i.p.v. er zelf één te bedenken.


10 Na school ging ik niet naar huis maar naar het winkelcentrum, naar de stille straat met de pianozaak waar Van Cleef voor werkt. Het is een winkel op een hoek, een met enorme etalages. (blz. 91)

routekaart

Pianozaak
Ten tijde van Harrie's jeugd lag in de Nobelstraat een grote pianozaak.

Harrie Geelen:
Nee, ik herinner me er geen in Heerlen. Alle pianozaken lijken op een chapel ardente. Bloemenzaken stralen ook treurigheid uit. Eenzaam en troosteloos zijn beddenzaken, meubelparadijzen en lampenwinkels.


11 En het café waar hij om twaalf uur ging pandoeren, stond vlak naast de kerk dus dat sloot mooi aan. (blz. 46)

routekaart

Café naast de Pancratiuskerk, Pancratiusplein
Tegenover de Pancratiuskerk lag het bekende café 'Het Spinnewiel' van Lindelauf. Inmiddels is het pand afgebroken.
Mannen gingen in die tijd wel eens rechtstreeks na de mis naar Lindelauf om een borreltje te drinken.


12 Nu hangt er naast de bank waarin ik graag zat een schilderij waarop Christus gekruisigd wordt. Mijn oudste nicht die al op de kunstnijverheidschool zit, zegt dat het een slecht schilderij is. ...
De ogen van Christus zijn rood van vermoeidheid. Bij de enkels zie je blauwige aderen. De huid is er doodsbleek en bij de hiel een beetje doorschijnend. (blz. 42)

routekaart

Pancratiuskerk, Pancratiusplein
De beschrijving past bij de XIe statie ' Jesus wordt aan het kruis genageld' in de Pancratiuskerk.

Harrie Geelen:
Ik heb veel gestaard naar al die staties. Je zat er zo vaak tegen heug en meug, nietwaar? En mijn elf jaar oudere zus zat al op de academie in Maastricht en was schilderes en ventileerde, jong als ze was, waarschijnlijk vrij puberale meningen over slechte en goede kunst.


13 Zijn vader is eigenaar van een warenhuis aan de markt. Het is geheel van glas, een kubus van vijf verdiepingen. We hebben met de tekenclub een keer een panorama van de stad gemaakt. Ik deed de markt, Sjier de zwarte steenkoolbergen van de mijn. (blz. 84)

routekaart

Warenhuis Schunck / Glaspaleis, Bongerd
In 1956 heeft de Tekenclub van het Bernardinuscollege vanaf het dakterras van het Glaspaleis een panorama van Heerlen gemaakt. Onder de leerlingen waren naast Harrie Geelen de latere dichters Pé Hawinkels en Manuel Kneepkens, architect Hubert-Jan Henket en de journalist Ruud Groen.

Harrie Geelen:
Ruud en Wil Groen en ik zetten de basistekening op. Daarna werkte de hele club alles in kleur uit.

 

De volgende punten zijn niet opgenomen in de wandelroute.
Ze liggen te ver van de andere punten af en zouden de route te lang maken.
Bovendien is ter plekke dermate veel veranderd dat de situatie zoals die ten tijde van Harrie's jeugd was niet meer te herkennen is.
De plekken zijn nog wel aangegeven op de kaart.

Eindpunt van de wandeling is het Glaspaleis.
Een goed alternatief is om naar de vijfde etage te gaan en vanaf het dakterras van het restaurant te genieten van het uitzicht over Heerlen.
Ook de laatste punten waar men dan niet is geweest, zijn vanaf hier te zien.

14 Hij tilt ze zwijgend op en gooit ze in het water van het sportfondsenbad. (blz. 69)
Sportfondsenbad. Zwemmen hartstikke leuk. (blz. 77)

routekaart

Sportfondsenbad, hoek Valkenburgerweg - Euterpelaan
Het sportfondsenbad is een aantal jaren geleden afgebroken. Op de plek staat nu de residentie 'Valkenstaete'.

Harrie Geelen:
Ik herinner me de chloor, de lauwe stank, de beschimmelde voetplankjes in de hokjes, mijn paniek, en de minachting van de badmeester voor kinderen als ik die na een vol jaar nog niets presteerden. Ik kan nu nog niet watertrappelen. Moet schoolslag blijven doen om enkele meters in het water te verblijven zonder dat mijn voeten de bodem raken. Ik herinner me vooral de afkeer. Hetzelfde geldt tot op zekere hoogte voor de dansles op de middelbare school.


15 Maar hij trakteert ons gewoon op Hero Cerise in zijn kaartcafé bij het station. (blz. 85)

routekaart

Amstelcafé bij het station
De vader van de hoofdpersoon is vertegenwoordiger bij de Amstel Brouwerij. In die tijd was het onwaarschijnlijk dat hij bij een concurrent iets gaat drinken.

Harrie Geelen:
Ik kwam er nooit. Mijn vader kaartte er enkele avonden per week. Mijn vader was dol op kaarten en kon uren later de spelletjes nog analyseren.


16 ... langs de roetige huisjes bij het spoor. (blz. 67)

routekaart

Eikenderveld
De wijk ligt tegen het spoor aan, vlakbij het station van Heerlen en de plaats waar de Oranje-Nassaumijn 1 heeft gestaan.


17 Mijn vader is hoofdvertegenwoordiger voor een brouwerij en bezoekt cafés. (blz. 10)
Uit de trein kun je het dak van de bierkelder van de brouwerij zien, die meteen achter het station ligt. Als mijn moeder me als dreumes meenam naar oma, stond mijn vader tegen de tijd dat de trein zou vertrekken, op het dak en zwaaide naar de hele trein. (blz. 88)

routekaart

Filiaal van de Amstelbrouwerij aan de Kempkensweg

Harrie Geelen:
Jazeker. Maar mijn vader was geen vertegenwoordiger maar boekhouder.

 

terug «

 

 


 

Noordermaasberichten

Van tijd tot tijd stuurt Manuel Kneepkens (Heerlen, 1942) ons een bericht vanuit zijn woonplaats Rotterdam

lees alle berichten hier »