Biografie Frans Erens

Frans Erens werd op 23 juli 1857 geboren op de hoeve 'De Kamp', Schaesberg. Deze hoeve stond ongeveer opde plek van het huidige gemeentehuis van Landgraaf bij het winkelcentrum 'Op de Kamp'. Frans was de oudste van acht zonen en twee dochters. Hij bezocht de dorpsschool te Schaesberg. In 1866 besloten zijn ouders hem naar het pensionaat Saint Louis te Roermond te sturen om deze in 1868 te verwisselen voor de kostschool Rolduc te Kerkrade. Daar behaalde hij in 1874 het gymnasium-diploma om vervolgens rechten te gaan studeren. Eerst in Leiden, gedurende korte tijd in Bonn, Duitsland en vanaf 1881 te Parijs. Ruim twee jaar later verhuisde hij naar Amsterdam om in 1886 af te studeren. Hij vestigde zich in 1891 als advocaat te Amsterdam, bekleedde daarna nog gedurende korte tijd functies in Veghel en in Oostburg maar vanaf 1901 legde hij zich volledig toe op het schrijven.

In juni 1927 kocht hij de Sint Maartenshof te Houthem-Sint Gerlach. Hij zou er blijven wonen tot zijn dood op 5 december 1935. Hij werd bijgezet in het familiegraf onder de Petrus en Pauluskerk te Schaesberg.

Frans Erens en de Tachtigers
Frans Erens was één van de grondleggers van de literaire beweging der Tachtigers.
Hoewel zijn literaire oeuvre dat hij heeft nagelaten, niet omvangrijk is, was zijn invloed groot.
Vooral zijn verblijf in Parijs gedurende zijn studententijd, is zeer belangrijk voor hem geweest, want hij kwam daar in aanraking met tal van jonge Franse kunstenaars. Vanaf 1883 ging hij ook over hen schrijven.

Eenmaal terug in Amsterdam raakte hij bevriend met Lodewijk van Deyssel en via hem met andere jonge schrijvers en kunstenaars. In die kringen was hij één van de weinige echte kenners van de Franse literatuur van zijn tijd.
Kort na de oprichting van 'De Nieuwe Gids', dat het tijdschrtift van de Tachtigers zou worden, werd hij in 1886 medewerker en later mederedacteur.
Vanaf 1891 publiceerde het tijdschrift regelmatig van hem 'gedichten in proza' en daarmee introduceerde hij dit genre, waarmee hij in Parijs in aanraking was gekomen, in de Nederlandse literatuur. In 1893 bundelde hij deze gedichten in 'Dansen en Rhytmen'.
Daarna schreef hij vnl. essays, kritieken, reisbeschrijvingen. Vanaf 1910 ging hij ook over Limburg schrijven.
In 1938, drie jaar na zijn dood, verscheen het boek 'Vervlogen Jaren' waarin zijn herinneringen zijn verzameld.

Kees Fens heeft eens over Frans Erens geschreven:
'Zijn bijdrage aan wat de vernieuwing van de Nederlandse literatuur is gaan heten, is meer een mondelinge dan een schriftelijke geweest. Hij stimuleerde meer dan hij exposeerde; zijn kennis en ideeën zijn definitief verdwenen in de geschriften van anderen. Maar die wisten zich hem schatplichtig'.

 

 

terug «

 

 


 

Noordermaasberichten

Van tijd tot tijd stuurt Manuel Kneepkens (Heerlen, 1942) ons een bericht vanuit zijn woonplaats Rotterdam

lees alle berichten hier »